Gedichten  van  DIEGO  JESÚS  JIMÉNEZ
vertaald door Fa Claes





ÁNGEL DE OSCURIDAD


Libertad aparente la palabra en el aire;
la espesura del verso,
penumbra iluminada por vocablos oscuros.
Solitarios, los pájaros, recorren
como una sombra más las sombras en el bosque.
La claridad
siempre es distancia; apenas un intento
de llegar a la luz. Ángel perverso
y bello, donde la noche anuncia
su lenguaje habitable.
Nunca hallarás, al otro lado de estas sombras,
vida alguna; luz que te aleje, pájaro de las tinieblas, con sus nombres ambiguos
de las ruinas del tiempo.

   De: Itinerario para náufragos (1996)


EL LINGÜISTA


Es ambición hermosa someter las palabras.
Reclamaba el lingüista
la precisión del tiempo para nombrar las cosas.
Conocer los arroyos, las escondidas sendas de los sabios, y las noches
abrasadas de flores; dónde el lenguaje abre sus palabras más justas.
Juan de Valdés sabía
que las palabras pueden penetrar la materia
y, con su luz más diáfana, establecer un orden en su universo helado.
Trabajó con las sombras, vivió oculto en la niebla
de su taller obscuro; en fríos alambiques de vidrio, acontecieron
los más bellos vocablos. Destilaba la razón en matraces, calentaba sus pétalos
en busca del aroma que las palabras dejan en el aire al nombrarlas.
Atravesó la noche donde el silencio habita
los perfumes más cálidos. Ese resol perdido
incendiando la tarde por las hoces de Cuenca
iluminó su frente. Y acaso viera al cielo, con su escritura pálida en las aguas,
transcribir la belleza, la exactitud de toda su penumbra infinita.

Que la palabra nombre con su sabiduría, llene de sonidos exactos y de luces precisas
nuestro conocimiento. Si es en los ríos donde se detiene
sea fría su música, transparentes y frescas sus dormidas imágenes;
transcurran las palabras reflejando el silencio
o queden derrotadas recorriendo sus bóvedas, entre polvo, a la sombra
de sus casas en ruinas, si acuden a las plazas vacías de la Historia.
Someter la palabra, Juan de Valdés, es ambición hermosa,
pues que así se da nombre y destino a la vida, la materia ilumina
su corazón cerrado.

ENGEL DER DUISTERNIS


Schijnbare vrijheid het woord in de lucht;
de dichtheid van het vers,
door duistere woorden verlichte schemer.
De vogels, eenzaten, trekken door
de schaduwen van het bos gelijk een schaduw meer.
De helderheid
is altijd afstand; nauwelijks een poging
om tot het licht te geraken. Engel, pervers
en mooi, in wie de nacht zijn
bewoonbare taal aankondigt.
Nooit, aan de andere kant van deze schaduwen,
vind je enig leven, vogel van de duisternis, licht met zijn dubbelzinnige namen dat je wegvoerde
van de puinhopen van de tijd.




DE LINGUÏST


De woorden dienstbaar maken is een mooi oogmerk.
De linguïst had behoefte aan de juistheid
van de tijd om de dingen te noemen, de beken te kennen,
de verborgen weggetjes van de wijzen, en de met bloemen verzengde
nachten, daar waar de taal haar meest geëigende woorden openstelt.
Juan de Valdés wist
dat de woorden de materie kunnen doorgronden
en met hun meest diafane licht orde scheppen in hun bevroren heelal.
Hij werkte met schaduwen, leefde verborgen in de mist
van zijn donkere werkplaats; in koude glazen distilleerkolven gebeurden
de mooiste woorden. Hij distilleerde de rede in retorten, verwarmde haar bloembladen op zoek naar het aroma dat de woorden achterlaten in de lucht als je ze noemt.
Hij stak de nacht over waar de stilte de warmste geuren
bewoont. Die verloren weerschijn van de zon
die de middag in brand steekt in de ravijnen van Cuenca
verlichtte zijn voorhoofd. En misschien zag hij de hemel met zijn bleke geschrift in het water de schoonheid óverschrijven, de nauwkeurigheid van heel zijn eindeloze schemerdonker.

Laat het woord met zijn wijsheid noemen, laat het onze kennis met exacte geluiden
en precieze belichting vullen. Als het zich in de rivieren ophoudt
laat zijn muziek koud zijn, doorzichtig en fris zijn slapende beelden;
laat de woorden voorbijgaan terwijl ze de stilte weerkaatsen
of laat ze verslagen blijven bij het doorlopen van haar crypten onder stof, in de schaduw
van haar huizen in puin, als ze naar de lege pleinen van de Geschiedenis komen aanlopen.
Het woord dienstbaar maken is een mooi oogmerk, Juan de Valdés,
want zo geven we naam en noodlot aan het leven,
de materie verheldert (het woord) zijn gesloten hart.




Terug naar Index